121
ileven zijn, waarin wij geen woorden kunnen vinden om ons
«gevoel uil te drukken: oogenblikken waarin wij weenen
«en lagchen beven van angst en van vrolijkheid te gelijk;
«oogenblikken waarin het vlijmendsle zielenwee en de meest
«kalme vreugde, zich tot één enkel gevoel in ons hart za-
menvoegen
Ik heb hem overtuigd «dat ik véél van hem verwachtte;
«misschien le veel voor een zwart zijden Franschen hoed van
»f 7,00 maar dat ik hem ook zou behandelen alsof hij mijn
«eigen zoon was!
Ik heb hem gevleid, Mijnheer, op de laagste wijze
door hem te vertellen «dal ik voor hem en hem alleen een
«regenscherm en een papieren huis had gekocht benevens
eene lederen reiswoning en ik ben zelfs zóó ver gegaan
met mij te vernederen, Mijnheer, dat ik hem toegevoegd
heb «dat waar ik in de maatschappij ook zou zijn, en welke
«rol ik daarin zoude vervullen ik mij altijd nog onder hem
«zou bevinden: dat hij nog altijd ééne schrede hoo er zou
«staan dan ik, en dat mijn succes in de wereld, in zijne
«handen was!"
Daarna ben ik kalmer geworden en heb mijne welkomst
rede geëindigd met eene verzekering, die gedeeltelijk het
maatschappelijk programma van vele van ons mannen uit
maakt, «dat ik hem eercn zou zoolang hij zich die eerwaar-
»dig betoonde en dal ik hem trouw zou blijven zoo lang
«hij bleef wat hij nu was!"
Daarop, Mijnheer, heb ik hem van binnen en van buiten
bekeken bestreken betast in heb zijne voering opgeligt
en hem inwendig allerindiscreetst begluurd. Toen heb ik
hem gemeten in lengte, breedte, hoogte, kleinste en grootste
middellijn, omtrek.... ja, hoe al niet?
Ik heb hem gequarreerd gecubeerdgedifferentieerd in
liggende en slaande schijven geïntegreerd volgens beide
differentiaties tot dat ik precies wist hoe veel cubieken in
houd en hoe veel vierkant oppervlak hij had.