124 mijn lijf en niet om eens iets te noemen op mijne tong droeg, zou ik dan werkelijk verpligt zijn, om des huisse- lijken vredes willemij het hart uit het lijf te rukken? Dat nooitNu ik mij omtrent dit punt lucht gegeven heb zijt gij in staal den bewonderenswaardigen gang van zaken te apprecieeren die in dit ons zamenzijn geheerschl heeft. Ik hen begonnen volgens alle regels der hoffelijkheid u iets aan te bieden, heb u daarna voorbereid op de gewigtige zaken die wij zouden afhandelenen heb u toen mijn welligt ook uw beidereersten hoed doen beschouwen op de navolgende wijzen a. Wal *la source de sa viebetrof; b. als eenvoudig individurustig burger in den chaos der wcreldsche zaken; geheel op zich zelf staande, onaf hankelijk en met een bepaald karakter dat kan lang niet iedereen van zich zeiven zeggen Mijnheer c. in betrekking tot mij en mijne hoop angstverwach ting enz.; d. met mij in betrekking tot mijne zustersen ein delijk e. zonder betrekking tot mij van welken toestand weinig te zeggen viel wat al niet reeds gezegd was. Als wij zoo doorgaande aan de z gekomen zijn zullen wij een heel eind gevorderd zijn met onze bespiegelingen en of wij er komen zullen daar kan wel niet goed quaestie van zijn de behandeling der stoffe is breed genoeg aan gelegd en met zoo veel boekengatenbogten kromme lijnen en geïsoleerde punten dat er nog wel altijd één oogpunt zal overblijven, waaruit wij de zaak »nog anders" hadden kunnen bezien. Om u tusschen twee haakjes te bewijzen op dege lijke gronden niëerender wijze altijd dat ik pratende weg ééne kans meer heb om origineel te zijn dan toen ik mijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 192