132 presto presto. Weg! nu langer niet vertoeven f. Sloren niet dit zamenzijn. Allegretto Hulp zal wis niet meer behoeven Waar zou hier verdriet nog zijn 't Ja Mijnheer en Mevrouw als iemand zoo ver is gekomen dat hij aan twee wild vreemde menschcn ook al een soort van publiek gemoedelijke mededeelingen doet, dan is hij ook door dat publiek geregligd namelijk als ze hem aan- hooren, zoo als gij nu doet een vers te maken. En daar het nu b. v. zeer goed uit al het voorgaande blij ken kan, dat hunne smaak zoo wat midasachtig is, zoo is de dichter dan ook geregligd zijn gedicht bij wijze van mu- zijk van toonleidendc teekens te voorzien. Immers de ouden zongen hunne gedichten altijd? Dat na te volgen zou misschien tot veel eentoonigs aan leiding gevenmaar kan men daarom uit de idee niets goeds trekken Op welke wijze men dat doetis nagenoeg hetzelfdeen Mijnheer zoude uw rederijkkamer er niet door gebaat zijn Zoude men langs dien weg niet het bestuderen der uiter lijke welsprekendheid kunnen vergemakkelijken Ik zoude op mij willen nemen geheele heldendichten te i zetten voor mingeoefenden." Welk een schitterend vooruitzigt open ik daar voor uwe sekse, Mevrouw als zij nevens de aangeboren zachtheid van denkbeelden en taal ook nog den w eg lot die kracht die vaak over menschenlevens en het lol van Staten beslist heeft, zoo ruim en zoo goed gebaand zag. V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 200