13b Draai nog lang, mijn mallemolen nmar neem het geweten als portier aan. Bij het gedrang der wereldkermis kan hij wel geen in dringers weren maar hij kan inlichtingen geven aan den eigenaar en hem waakzaam doen blijven omtrent degenen die bewaakt moeten worden. Draai nog lang, mijn mallemolen en word altijd druk be zocht maar dan wensch ik u toe het beste deel der kermis eene fijne inrigting en een gestreng portier! Maar voor alles, Mijnheer en Mevrouw! als er in uw malle molen eenig gebrek zich openbaart waardoor de be\ol- king al is het maar één slecht mensch in gevaar komt waarschuwt dan hij tijds opdat zij uitstijgen mogen. Want ééns toch gaat het gebrek door en dan vallen ze er uiten een val uit dien draaijenden toestel tegen de planken omheining of tegen de omstanderso Me vrouw dat kan lot zulke doodelijke wonden aanleiding geven. In den regel herstellen de uitgevallenen maar ik heb er ook wel eens van zien stervenen wat voor het individu misschien nog akeliger is krankzinnig van zien worden. Maar wij zijn verschrikkelijk afgedwaald in ons gesprek het is te vergeven want die duivelschc malltmolen draait altijd zoo hard en speelt zoo groote rol in ons bestaan en houdt ons vooral op mijne jaren zoo bezig dat ik zeg nogmaals »het is te vergeven" dat wij er ons door hebben laten aftrekken van ons gewiglig onderwerp. Kijk! ze zweven nog altijd voor ons uil, de drie hoeden! Als ik zoo den uwen en den mijnen bezie, Mijnheer dan zijn zij heiden zwartkagchelpijpachtigvan uitmuntende qualileil misschien zelfs van denzelfden vader netjes en zindelijk onderhouden fatsoenlijk v^el geconditioneerd en per slot van rekeningtoch te gek om gedragen te worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1861 | | pagina 203