140
Uw hoed, Mevrouw is niet groot en niet klein hij komt
weer met de hoogere standen der menschcn-maatschappij in
betrekkinghij wijst niets aan.
Maar nu mijn hoed Mevrouw en Mijnheer!gij zult wel
haast zeggen dat het de hoed van Boscovan Bamberg
»mijn zoon Eduard" Lassaigne de ridder Frikel of Robin
is zoo veel is er al uitgekomen.
En toch ik ben geen charlatan ik hoop u geen
kwakzalverij verkocht te hebben ten minste ik geloof het
niet.
Maar hier zijn wij weder op den levensweg, en wel
op een driesprong gekomen.
Zie eens, Mevrouw daar staat gij waarlijk in de verte met
uw kleinkind te spelen uwe dochter is nog wel niet ge
trouwdmaar ga dien weg maar op, zij zal met uw aan
staanden schoonzoononderweg wel uit het een of ander
zijpad komen aanwandelen.
Veel genoegen Mevrouw, uw onderdanige dienaar (2 mi
nuten buigingen over en weer.)
En Mijnheer kijk ja waarlijk daar loopt ge
zelf in de verte met den gouden rok van het X. College aan.
Spoedig! haal hem in! zorg dat ge niet te laat komt.
Adieu! het is mij aangenaam geweest uwe kennis te maken.
Ik houd mij gerecommandeerd! Buiging
En ik
En mijn hoed
IIeine spreekt voor onshoort
Und ich danke fiir die Ehre
Die man mir er wiesen kat.