12
een overwegenden invloed op den loop der gebeurtenissen
uitoefenden van nabij bekend te worden en het gedeelte
zijner gedenkschriften dat over den veldtogt van 1806 han
delt, draagt daarvan den stempel. Het geeft een beknopt,
zaakrijk, onderhoudend verhaal van bijzonderheden die voor
militairen van te meer waarde zijn daar zij uit de pen vloei
den van een ooggetuige, die tot aan zijn dood als een der
meest verdienstelijke hoofd-officieren van het Pruissischc leger
bekend stond. Zijne beschrijving van het Pruissische leger
van 1806 luidt aldus:
Het leger was zonder uitzondering door den besten geest
bezield het was aan eene goede krijgstucht onderworpen.
Het beminde en vereerde zijn Koningen legde bij elke
gelegenheid zijne verknochtheid aan diens persoon aan den
dag. Van dit leger liet zich alles verwachten De kapiteins
en de officieren van mindere rangen waren zeer oorlogzuchtig
gestemd en beantwoordden over 't algemeen aan de eischen
van hun stand. Men behoefde er niet voor te vreezendat
zij hunne ondergeschikten in het oogenblik des gevaars niet
naar hehooren zouden voorgaan. Hun onstuimig verlangen
naar oorlog, hunne dorst naar krijgsdaden, onderscheiding
en bevordering alsmede hunne geringschatting van den
vijand, dien zij spoedig meenden te zullen overwinnen,
gaven bij de meeslen maar al te zeer tot grootspraak aan
leiding zij vergaten dat men zijne eigene krachten niet
te hoog mag schatten. Ontevreden met de wijze waarop
Pruissen tot nog toe aan de Europesche geschillen deel
had genomen en met het steeds toenemend overwigt van
Napoleon, waren zij maar voor cén ding bezorgd, dat het
weder niet tot oorlog zou komen.
Onder de officieren der hoogere rangen bevonden zich
vele uitstekende mannen; over Jt algemeen viel er evenwel
veel op hen te zeggen. Hunne plaatsen waren hunne pre
benden die in oorlogstijd niets opbragtenzij hielden
daarom veel van den vrede. Zij waren grootendeels he-