16
zond den adjudant hierop weder naar binnen om deze heeren
uit te noodigen zich hij hem te voegen maar zulks zonder
tijdverlies te doen. Aan dit aanzoek werd intussclien geen
gehoor gegeven. Evfuvt kapiluleerde en al die heeren
met uitzondering van den generaal Zweiffel die zich hij
ons voegde gaven zich krijgsgevangen. Dit was een vreesse-
lijk oogenblik het hart bloedde mij Hoe was het moge
lijk dat een leger dat voor het schoonste der wereld gold
met al zijne groote herinneringen en al zijne hoopvolle ver
wachtingen met één slag nedergeveld en bijna verpletterd
kon worden De Nemesis heeft wel nimmer zoo streng ge-
regt en vernederd
«Met dit heen- en wederzendcn verliepen verscheidene uren
en welke uren Hier vernamen wij voor het eerst hijzonder-
heden omtrent den vorigen dag de Hertog van Brunswijk was
gekwetst en had beide oogen verloren als moest hij de ramp
van dezen dag niet zien maar toch de smart lijden van
haar te beleven; de veldmaarschalk von Möllendobff gewond
zooals reeds vermeld is de generaal Rücuel de generaal graaf
Schmettaü en meer anderen. Scumettau die den meest gewig-
tigen overgang over de Saaie bij Kösen onbezet had gelaten
benam zichwaarschijnlijk uit wanhoop hieroverhet leven.
«De Koning had, bij de algemeene vlugt der troepen,
groot gevaar geloopen den vijand in handen te vallen. De
majoor von Knesebeck van den generalen staf had niet weinig
tot zijne redding bijgedragen. Zooals ik persoonlijk van hem
vernambevond zich de Koning in het open veldniet met
de streek bekend en in het onzekere omtrent derigting, die
hij moest inslaan toen Knesebeck aan komt rijden en den
Koning gewaar wordt. Daar hij uit vroegere verkenningen
de landstreek grondig kendebood hij zich aan den Koning
den weg te wijzen en had het geluk hem op den goeden
weg en in veiligheid te brengen. De Koning heeft deze
dienst nimmer vergeten en van dat oogenblik af aan moest
hij zijn persoon steeds vergezellen.1'