ts
in haren meest gedachten omvangzooals zij dm zich tot nu
toe naauwelijks hadden kunnen voorstellen ondervinden.
„De gebeurtenissen van die ongelukkige dagen en hare
gevolgen zijn bekend en ik wil er slechts dit nog bijvoe
gen"dat het ongeluk niet zoo groot zou geweest zijn, ja
zelfs geheel afgewend had kunnen worden als men de
mogelijkheid van een aanval voorzien en met een oog op
de plaatselijke gesteldheid zich daarop voorbereid had. De
chef van den staf van Blücher, Scihrnhorst verbeeldde zich
echter stellig dat de vijand ons hier niet zoo spoedig zou
aanvallen om welke reden er dan ook niets van dien aard
gebeurde. Men had zich om de stadspoorten tegen een on-
verwachten aanval te beveiligen en te verdedigen slechts
tot de gewone maatregelen van bewaking bepaald, en men
geloofde zich zoo veilig als in Abraham's schoottoen zie
met het aanbreken van den dag de vijandelijke voorlroepen
voor drie der poorten vei monden.
»Daar men hieraan gewoon was, sloeg men er weinig
acht op zelfs toen onze vooruitgeschoven posten terugge
dreven werden. Het getal vijanden groeide steeds aan het
tirailleurgevecht werd steeds levendiger, zonder dat men
nog veel gewigt hieraan hechtte. Na verloop van een uur
werd er eindelijk alarm geslagen; de troepen verzamelden
zich op hunne loopplaatsen, trokken naar de bedreigde
poorten en de artillerie begaf zich ook in gestrekten galop
derwaarts.
Blücher bleef met zijn geheel hoofdkwartier nog rus ig
in den Heiligen Geest op de markt zoo veilig geloofde men
zich, en toen hij zich eindelijk ongerust maakte, en te
paard wilde stijgen, om zich naar de poort alwaar het
."eveclit het hevigst was, te begeven, vatte Schabnhorst
hem bij den arm en hield hem terug met de verzekering,
dal er voorde stad niet te vreezen was, zeggende, dat het
van veel meer belang was, dat hij zijne beschikkingen voos
den volgenden dag maakte.