Lübeck een buitengewoon wapenfeit genoemd moet worden
zoo betoonden onze troepen niet minder onverschrokkenheid
en boden heldhaftig tegenweer. Hun wezenlijk dapper ge
drag verdient des te meer lof, daar zij reeds sedert drie
weken aan het terugtrekken warenmet onbeschrijfelijke
moeijelijkheden te kampen haddenen door een hun in ge
tal ver overlreffenden vijand vervolgd werden.
«York. deed met zijne voortreffelijke jagers wonderen van
dapperheid. Hij werd zwaar gekwetst en moest in Lübeck
terugblijven alwaar ik hemzoodra ik weder kon uitgaan
dikwijls bezocht. Eens verhaalde hij mij een merkwaardigen
trek van een zijner onderofficierenMeier genaamd. Deze
bevond zich gedurende het straten-gevecht aan zijne zijde en
ontving een schot, waarvan de kogel hem voor inde horst
drong, en achter uitkwam. «Kolonel, ik hen gekwetst!"
zegt Meier tot York. Deze ziet hem aan, en toen hij het
bloed bemerkt, dat aan beide zijden uit de wonde stroomt,
reikt hij hem diepbewogen de hand met de woorden »Mijn
beste Meier, het is gedaan met u; gij sterft als een braaf
en dapper soldaat; God zij met u«Welnu," zegt Meier
met eene vaste stem, «als ik dan toch moet sterven, wil
ik nog een Franschman medenemen Hierop legt hij aan
drukt af, en op hetzelfde oogenblik stort de Franschman,
op wien hij gemikt had ter aarde neder.
«Meier herstelde weder; de kogel had hem de borst niet door
boord, maar had zich, voor langs eene rib een weg gebaand.
«Toen ik weder zoover hersteld was, dat ik heneden in
de algemeene kamer kon verschijnenwat onmogelijk te
vermijden viel daar er geene bediening was en ik mij alles
zelf moest bezorgen, kwam ik met Fransche officieren in
aanraking. Hoewel de meesten uit den onderofficiersstand
afkomstig waren, vond ik toch ook beschaafde menschen
onder hen en moet ik hun daarin regt laten wedervaren
dat zij mij steeds vele deelneming beloonden, en zich nooit
onaangename of verachtelijke uitdrukkingen, die ik als of-