53
rigting voor het grootste gedeelte over heg en stegen be
reiktenadat ik op deze wijze welligt ongeveer twee uren
gereden had, ecne afzonderlijk liggende hoogte met een
gehuchtalwaar ik het geluk had het hoofdkwartier van
den Kroonprins te vinden. Ik vond den Kroonprins, naar
zijne gewoonte, geheel gekleed te bed liggend; de kanse
lier Wetterstedt bevond zich bij hem in de kamer. Toen
ik hem mijn berigt overhragtstond de Kroonprins open
ik moest mij met hem aan eene tafel zettenw aarop de
kaart van Saksen van Petri lag uitgespreid. Daar ik oog
getuige van het gevecht bij Seyda was geweestkon ik hem
omtrent alles, wat hij verlangde te weten, inlichting geven.
Hij volgde alle bewegingen op de kaarten maakte gissingen
omtrent de plannen, die de vijand kon hebben, voornamelijk
of hij op Berlijn marscherendan wel zich naar Torgau
wenden zou.
»Na een langdurig gesprek kwam ik met het tweede ge
deelte van mijn last, betreffende den bijstand, die van hem
verlangd werd, te voorschijn, waarop de Kroonprins ant
woordde, dat men eerst den vijand zijne plannen meer
moest laten ontwikkelenen dat men zeker moest zijndat
wat de vijand tot nog toe ondernomen had geene demon
stratie was om hem (den Kroonprins) uit zijne stelling te
lokkenen dan op Berlijn te marscheren. Daar wij sedert
Grosz-Becren en het langzaam vervolgen van den vijand het
vooroordeel opgevat haddendat de Kroonprins het zijne
voormalige wapenbroeders niet lastig wilde maken zoo kan
het wel wezen, dat ik wat al te levendig zijne beden
kingen trachtte te wederleggenen hem tot een besluit
in den zin van Bülow zocht over te halenwant hij zeidc
misnoegdMonsieurje vous connais dèjdvous êles tou-
jours comme ca.'" Hierop riep hij Wetterstedt bij zich, die
plaats nemenen de pen voeren moest.
3