56
Op hetzelfde oogenblik hoorden wij regts van ons der»
stormmarsch van een troep Oostenrijkers; het was een ba-
taiilon dat hoewel het wat laat tol onze ondersteuning'
oprukte, ons toch welkom was. «Voorwaarts! velt 'l ge
weer!"riep de dappere kapitein zijnen braven Sliermarkers
toe. Dit kommando dat in het Duitsch geschiedde, werd door
de Boheemsche jagers ook goed verstaan en wij stormden ge-
zamentlijk op de Casa Limido aan, waarbij wij ons even
wel aan de vijandelijke kogels blootstelden. Maar wij had
den slechts eene kleine ruimte te doorloopen en ons verlies
was derhalve niet groot. De krachtige armen onzer soldaten
ruimden met rusteloozen ijver de balken, vaten en planken
weg, die de voordeur versperden, waarbij de wapenbroeders
van het tot onze ondersteuning opgerukte bataillon hen dap
per ondersteunden.
Toen wij in het huis drongenvonden wij het reeds door
de Fransche kompagniën verlatende laatste manschappen
ontsnapten juist door de achterdeur in het open veld en wij
kwamen nog tijdig genoeg om tien vijandelijken soldalen, die
den tijd niet meer hadden om de deur uit te komen
een gebiedend halt toe te roepen en hen gevangen te nemen.
Dit was het laatste tooneel van het drama.
Het was thans tien uur en pikdonker. Wij begaven ons
met honderd tachtig manbenevens negen officierenop
weg om onze brigade op te zoeken, en ontmoetten bij Casa
Peralza de eerste afdeelingen van ons regiment; wij namen
aldaar eene defensieve stelling, ten einde de hier in aanmer
kelijke hoeveelheid gehuisveste gewonden, benevens die,
welke wij medegebragt hadden naar liobecco vooruit te zen
den. Wij bereikten eindelijk die plaats ten elf uur, en von
den hier onze geheele brigade vereenigd. De eerste persoon
dien ik ontmoette, was onze overste, die mij met blijdschap
begroette, daar hij reeds mijne medgezellen en mij voor
dood gehouden had.
Men wees ons de verschillende punten aanwaar onze