57
kompagniën stelling moesten nemen. Ik bezette terstond
het mij aangewezen huis, en maakte hier de smartelijke op
merking, dat de dood vreesselijk in de gelederen mijner
kompagnie gewoed had. Het noodlot had mij ten minste
de drie officieren mijner kompagnie laten behoudenmaar
een van deze werd mij ontnomen en aan eene andere afdee-
ling toegevoegd van welke al de officieren dood of gewond
waren. De beide andere kameraden hielpen mij ijverig om
mijne manschappen achter hekken en heiningen te plaatsen
want men verwachtte een nieuwen aanval van den vijand.
Hijd ie na den strijd eindelijk de welverdiende rust hoopte
te vinden, vergiste zich zeer, want ons regiment en ons
bataillon in 'l hijzonder zouden haar nog in lang niet genie
ten. Men vertrouwde ons gedurende den nacht het bezetten
van den linker rand van het dorp toe, en mijne kompag
nie bezette het laatste huis op den weg naar Casterno.
De nacht was koud wij werden door den honger ge
kweld, en vele ontzettende indrukken, die wij gedurende
de vcrloopen uren ontvangen hadden overspanden ons der
wijzedat wij onmogelijk zonder cenigen overgang in de
armen van den slaap konden zinken. Wij officieren lagen
doodelijk vermoeid naar het ligchaam doch naar den geest
zeer opgewektop het erf van het huis op eenig oud stroo
uitgestrekt en staarden in diepe gedachten verzonken naar
den hemel of lieten onze blikken over onze langs de tuin
muren geposteerde soldalen zwerven die zich heden in den
grooten en geweldigen strijd zoo heldhaftig hadden gedra
gen. Het duistere slagveld waarboven cenige sterren aan
den hemel vonkelden, lag voor ons uitgebreid; maar de
stille de aangename kalmte van den nacht waren op deze
met bloed gedrenkte velden nog niet nedergedaald want de
jammerklagten der gewonden en het geroep om hulp van hen,
die tussehen de dooden lagen en zich met het bloed het leven
voelden ontvlieden, weerklonken in den nacht, en roerden ons
het hart veel meer dan alle gruweltooncelen van den slag.