81 Ëene vijandelijke afdeeling- Chasseurs d'Afrique wierp zich nu ten einde aan de Fransche infanterie den tijd te geven zich te deployerenop een eskadron huzaren dat bij onze brigade behoorde en met ons regiment vooruitgerukt was. Niets is te vergelijken bij de onstuimigheid waarmede de ritmeester Maithëniji van dit eskadron de vijandelijke ruiterij te gemoet. rende en haar aanviel zoodat zij geen oogenblik kon stand houden, en in hare vlugt hare eigene infanterie medesleepte. Hel was intusschen nog geen lijd om zich geheel aan de vreugde over te geven want op de andere punten stond het gevecht nog even slecht als vroeger. Wij moesten ons ver genoegen met den vijand langzaam te volgen die spoedig bespeurde, dal onze strijders op dit punt niet met duizenden geteld behoefden te worden. Wel drong eene tirailleurlinie door tot aan de pachthoeve Casa Nuovamaar daar de hoofdofficier, die haar komman- deerde order had ontvangen zich niet te ver van den weg van Gaidizzolo naar Castiglione te verwijderen moest deze zich bepalen tot het bezetten eener defensieve stelling, waar uit zij den vijand door een welgevoed lirailleurvuur bezig hield. Spoedig had zij echter hare patronen verschoten en twee andere division van het regiment, waarbij mijne kom- pagnie behoordemoesten haar aflossenhetgeen wij onder een hevig vijandelijk vuur volbraglen. Het duurde niet lang of wij wisselden geweerschoten met eenige vijandelijke tirailleurs, die ons weder genaderd waren. Ook uit de rigling van Medole kwam een dier Fransche ti railleur-aanvallen die men door het knetteren der schoten en het fluiten der kogels duidelijk kan bespeuren, nog voor dat men den vijand te zien krijgt, en die met groole snel heid naderen. Wij namen spoedig de vereischte maatregelen. Toen op twee honderd pas voorwaarts van ons reeds vele Fransche soldaten zigtbaar werden rende plotseling de dap pere schaar van den ritmeester Maithëniji langs onze regter- flank op den vijand in. De huzaren stortten zich met den f

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 115