S3 den vijand af te wachtendat wij tot dusverre hadden moeten volgen, hier niet paste, besloot onze overste zijne toevlugt lot den aanval met de bajonet te nemen. Voorwaarts en honderdmaal voorwaarts'' was derhalve ons veldgeschreeuw en dat onverschrokken voorwaarts snel len dat reeds op zoovele slagvelden goed geoefende en dap pere troepen aan het wankelen heeft gebragldeed ook hier den vijand wijken. De overige troepenafdeelingen die nog op den straatweg stonden waaronder zich ook ons bataiilon grenadiers bevond, stormden ook, zonder het bevel daartoe ontvangen te hebben of af te wachten, op de Franschen aan die, zich niet in slaat gevoelende dezen stormaanval het hoofd te biedenin woeste overhaasting naar Casa Nuova vlugt- ten. Vóór deze aan den zoom van een boomgaard gelegene pachthoeve, voor welke reeds zoo menig kostbaar bloed ge stroomd had de overste, Vorst Karel von WiNDiscHGRaiz had hier ook, door vijandelijke kogels getroffen, den eer vollen dood voor keizer en vaderland gevonden stond ech ter een nieuwe vijand, die zooeven in de slaglinie was aan gekomen en ons met een welgerigt salvo ontving. Het doodende lood had eene groole uitwerking; vele offi cieren vooral van het bataiilon grenadiers werden door dit salvo gedood of gewond. Op hetzelfde oogenbiik sprong naast mij een hol projeklielen ik kreeg zulk een ver- schrikkelijken slag tegen mijne regterheup, dal ik geen adem kon halen en ineenzonk. Ik dacht, dat ik door een schot getroffen was; maar spoedig zag ik, dat er geen bloed vloeide en toen ik mij later liet onderzoeken bleek het dat eene granaatscherf door mijn uniformrok en mijn hemd was gedrongenen mij slechts de huid wat geschaafd had. De slag had evenwel mijne geheele borstkas zoo he vig aangedaan dal ik gedurende eenigen tijd naar adem hijgde en niet alleen kon gaan. Een korporaal mijner kom- pagnie sleepte mij achter een boomterwijl onze onver schrokken manschappen den geringen afstand doorliepen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 117