67
niet bezongen De wél bewezene oorlogsdaden van de
mannen die toen kampten tegen de legerbenden van Groot-
Britlanje en van Rusland, hebben voor ons veel grooler be
lang dan de fabelachtige verriglingen van Holland's edelen
uit de middeleeuwen en bet hart klopt ons sneller wanneer
wij hooren boe Anthing en Quaita streden en hoe Luck
en Tulleken den heldendood stierven dan wanneer wij lezen
hoe of de een of ander Kennemerlandsche ridder zijne
burgt aan zijne vijanden betwistte of boe de een of ander
Baanderheer tijdens de kruislogten zijne mannen van wa
penen voor Jeruzalem's muren aanvoerde.
De veldtogt van 1799 in Noord-IIolland is ten volle
waardig om door de poëzij te worden verheerlijkt; en voor
wien onbevangen is van oordeel voor wien niet blindelings
dweept met de middeleeuwen, zal bet duidelijk zijn, dat er
meer heldengeest, meer geschiedkundige grootheid te vinden
is in de krijgsgebeurlenissen van dat jaar, dan in de onbe
duidende kampen en twijfelachtige avonturen der vroegere
ridders. Gij hebt niet noodig, hier, te verdichten: de
werkelijkheid is reeds roemrijk genoeg. Een korte maar
hevige kampstrijd in weinige weken lijds niet minder dan
vijf groote gevechten geleverd die veel meer bloedige offers
hebben gëeischt dan menige strijd die met den groolschen
naam van veldslag prijkt; die gevechten, voor- of nadeelig,
overwinningen of nederlagen, voor ons, toch altijd eervol,
toch altijd getuigende van onze dapperheid en krijgsdeugd;
de vereenigde wapenmagt van twee groote rijken zich op
ons grondgebied stortende, en, bouwende op de zwakheid
van bet bestuur en op de verdeeldheid des volks, eene wisse
zege verwachtende; die verwachting geheel verijdeld door den
heldhafligen moed der verdedigers vooral van onze bataillo'ns,
en de overmagtige vijanden eindelijk zoo zeer in het naauw
gedreven dat bun behoud alleen moet toegeschreven worden
aan den eigenbaat eens Franscben vcldheers ziedaar de
feiten waardoor die zomerdagen van 1799 zijn gekenmerkt,