89 behoorende. De Engelschen hadden bovendien in de vaarl drie kanonneerboolen gebragt, bemand met matrozen en ge wapend met karonnades van 12 pond. Die vaartuigen waren bij Schoorldnm gekomen om mede te werken tot het behou den van dit punt, gewigtigomdat het de gemeenschap verzekerde tusschen Pulteney's afdeeling en de hoofdmagt waarmede York de vaarl was overgegaan. Het wonden van Dumonceau had het bevel over zijne divi sie in handen doen komen van den generaal Bonhomme maar dit schijnt slechts in naam te zijn geweest; en, vol gens verschillende opgaven moet het hevel toen werkelijk uitgeoefend zijn door den overste Martüschewitz een dap per en bekwaam artillerie-officier. Het gelukte aan Mar tüschewitz om de wanorde door het wonden van Dümonceau en het verlies van Schoorldam bij de Ilollandsche troepen ontslaanspoedig te doen ophouden en die troepen weer te doen oprukken ter herneming van het verlorene Schoorldam. Hierbij was, vooraan, het 2lle bataillon der 6dc halve brigade hetzelfde dat den 10dcn September, door eene kortstondige verwarring, eene nadcelige wending had gegeven aan hel gevecht bij Krabbendamhier streed het met uitstekende dapperheid. In weerwil van het moorddadige vuur, dal de Engelschen uit hunne gewapende voertuigen en van achter de huizen en den dijk hij Schoorldam op de bestormers riglten, voerde de overste Antiiing tot tweemaal toezijn bataillon over de door de Britten herstelde brug;tot tweemaal toe werd hij teruggeslagen. Dat dit niet is toe te schrijven aan gemis aan dapperheid hij de aanvallers, is te overbekend te overbekend zijn ook de groote verliezen door Anthiisg's bataillon hier geleden. De dapperheid van dien aanvoerder de roemrijke heldendaad van een ander oflicierden adjudant majoor Visscher, die, reeds opvallend doordien hij te paard zat, nog meer 's vijands kogels tot zich trokdoor met het vaandel in de hand aan het hoofd van het bataillon te blij vende onverschrokkenheid van den sergeant WesterueidE,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 153