90
die dat vaandel redde, dat na Visscher's sneuvelen bijna in
handen des vijands was gevallendat alles is te overbe
kend om het hier te herhalenen wanneer aan dat alles
wordt herinnerd dan is het hoofdzakelijk om aan te toonen
dat men eenig regt heeft omhij sommige der gevechten
door ons in Noord-Holland geleverd van Lom of van Arcole
te gewagen de dapperheid was niet mindermaar het ont
brak in Noord-IIolland aan een Napoléon om die dapperheid
in het helderste licht te plaatsen.
Martüschewitz ziende dat alleen met infanterie Schoorl-
dam niet was te nemen doet daarop zijne artillerie in bat
terij komen, die een hevig vuur op dat dorp opent en de
huizen bijna in puin schiet. Een nieuwe storm daarop
ondernomen door Anthing's bataillon door nog een ander
bataillon ondersteund heeft hetere uitkomst dan de vorige
de Britten worden uit Schoorldam verdreven en trekken
terug op Krabbendam en Warmenhuizen. Dit moetvol
gens de Engelsche opgaven, gebeurd zijn, nog nadat York
met den regtervleugel was teruggegaan, en was, hier, het
laatste gedeelte van den strijd.
In dien tussehentijd was, bij den Langendi/keen strijd
gevoerd, aanvankelijk voordeelig voor de Hollandsche troe
pen maar later door tegenspoed gekenmerkt. Pulteney, met
de brigade Don van Dirkshorn opgebroken was tusschen
S en 0 uur 's ochtends nabij Oud-Karspel gekomen terwijl
de brigade Coote naar het Nieuwdorper Verlaat voortrukte,
om, door den Heer Hugo Waard, den Langendijlc van ter
zijde te naderen. Juist op dat oogenblik zou de aflossing
plaats hebben van de Hollandsche bezetting van Oud-Karspel
zoodat zich daar, toen, behalve de jagers en de artillerie,
twee bataillons infanterie bevonden. Daendels was daar nog
niet aanwezig, maar wel de Fransehe generaal Durutte en
de kolonel Crass, die dadelijk met het meeste beleid de
maatregelen ter verdediging namen. De vooruitgeschoven
posten werden ingetrokken de half voltooide verschansingen