93
staan bij den ringdijk van het Bleekmeerlinks waren de
twee van Warmenhuizen gekomene Engelsche bataillons
eene magt door Daendels op een paar duizend man begroot
over het weiland en door de daartusschen liggende slooten
getrokkenmen had te veel gerekend op de onbegaan
baarheid van dit terrein en op de verzekering der hoeren
dat er 7 voet (ruim 2 el) water was in die slooten. De
beide Engelsche bataillons wilden de stelling hij Oud-Karspel
aan de linkerzijde aanvallen; maar, op het geschutvuur der
Hollanders, waren die bataillons weer teruggegaan, zoo
men meende maar inderdaad hadden zij zich in het koorn
bedekt op den grond gelegd.
Op dat oogenblik kreeg Daendels berigt van den generaal
Boniiomme dat de linkervleugel van Brune's leger voordee-
len had behaald en dat het centrum ten aanval op Schoorl-
dam oprukte hij noodigde Daendels uit om dien aanval
te ondersteunen door een krachtig vooruitrukken uit Oud-
Karspel. Dürutte en Crass spoorden ook hun bevelhebber
aan tot dien aanval, ten einde, voor het minst, zich mees
ter te maken van de twee Britsche stukken die daar schijn
baar verlaten waren. Wel denkelijk zal die bevelhebber dan
ook niet veel aansporing noodig gehad hebben tot eene
handelingdie zoo zeer in zijn geest viel en waartoe
hier, werkelijk, ook redenen waren; want de vijand had
reeds aanmerkelijke verliezen geleden en scheen daardoor
geheel geschokten kon men hem overhoop werpen en
geheel terugdrijven, dan zou dit ook den strijd op andere
gedeelten van het slagveld tot eene beslissing brengen en
tot aanmerkelijke voordeelen kunnen voeren.
De aanval, die volgens een ooggetuige, omstreeks 2 uur
's namiddags wordt ondernomen heeft echter zeer ongeluk
kige gevolgen. Een honderdtal grenadiers vallen uil de ver
schansingen van Oud-Karspel en snellen naar de twee verla
tene stukken; maar plotseling komt, aan de eene zijde, de
kolonel Spencer met het 4Dst0 regiment van achter den ring-