97
slag, voor het Hollandsch-Fransche leger, tot eene belang
rijke overwinning maakte.
Gaat men de oorzaken van die overwinning opsporendan
vindt men die, allereerst, in de sterkte van de door Brune's
leger bezette stelling. Uitstekende dapperheid der Engelsche
troepen en een voor de Hollanders ongelukkig toeval, maak
ten Pulteney een oogenblik meester van den Langendijk
maar anders waren er niet veel kansen om die stelling te
bemagligen. Even zoo kan de vermeestering van Warmen-
huizen en Schoorldamde magt van York nog niet brengen
tot eene doorbreking van het vijandelijke centrum. De meeste
kans had men nog bij een aanval op Schoorl en Bergen,
op Brune's linkervleugelmaar tochook hier was het ter
rein in het voordeel des verdedigers. In één woord, Brune
had hier eene verdedigende stelling, zooals Holland die veel
vuldig oplevert, waar eene mindere magt geruslelijk den
strijd kan wagen tegen een sterkeren vijand, en waar de aan
valler altijd zeer in het nadeel is. De stelregel van Clausewitz,
dat bij een gevecht de verdediging altijd de voorkeur ver
dient boven den aanvalis misschienin het algemeente
bestrijden; maar, bij een gevecht in Holland, is die stelre
gel waar. Nog kan men hierbij aanmerkendat die stel
ling van Brune beter ter verdediging had kunnen ingerigt
zijn; en dat men, onder anderen, verkeerd deed met de
geheele magt van Daendels op den Langendijk te plaatsen.
Maar, in weerwil van deze en andere misslagen welke men
bij het bezetten van die stelling kan opmerken had die
stelling eene groote sterkte, die als eene voorname oorzaak
moet worden beschouwd van de overwinning door Brune
behaald.
Eene tweede oorzaak is te vinden in de verkeerde wijze
waarop York zijne strijdkrachten aanwendde. In zijn verslag
over den slag van Bergen schijnt de Engelsche veldheer er
bijna roem in te stellen, dat een 15,000 man van zijn leger
geen deel genomen hebben aan dien slag. Nu is dat cijfer
7