98 wel wat hoog gesteld en moet het, denkelijk, op een 10,000 worden teruggebragtwant behalve de kolonne van Abek- crombie en een gedeelte der ruiterijhebben alle brigaden van York deel genomen aan den slag. Maar het grootste of het kleinste cijfer nemende, onverschillig, zoo is dat achterhouden van die troepen toch geene handeling die bij- zonderen lof verdient; en het klinkt vreemd wanneer een legerhoofd zegt »Ik ben wel geslagen geworden maar ik heb ook 10,000 man van mijne troepen niet meè laten vech ten?" Waar zijn zij anders voor? hadt gij die meê laten vech ten, dan zoudt gij misschien niet geslagen zijn. Had York zijne 10,000 man bij Bergen gehad, om daar de Russen van Hermann te ondersteunendan zou de uitkomst van den strijd denkelijk geheel anders zijn geweest. York wendde zijne strijdkrachten verkeerd aan; hij had die meer tegen 's vijands linkervleugel moeten doen opruk ken; hij bezigde die tot eene omtrekking van den regler- vleugel. Van die omtrekking door Aeercrombie verrigt, was niet veel te verwachten. Men rekende er mogelijk op dat wanneer de sterke magt van dien bevelhebber Amsterdam naderde, daar een opstand zou uitbreken ten voordeele des Stadhouders; maar teregt merkt Krayenhoff aan, dat men genoegzaam bekend was met den inwendigen toestand van Hollandom te moeten weten, dat zulk een opstand mo gelijk was in de eerste vcrslagendheid die op de overgave van Story's vloot volgde, maar den 19den September niet meer. Toen er maatregelen genomen waren om Amsterdam te verdedigen en de toegang tot die hoofdstad afgesloten werd door eene eerste linie van verschansingen en inunda- tiën tusschen Durgerdam en Buikslooten door eene tweede hoewel nog onvoltooide linie bij Purmerendetoen over onder water staande landenmet onbruikbaar gemaakte we gen door veldwerken en batterijen afgesloten en met vaarten en weteringen doorsneden waarvan de bruggen waren af-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 162