400 men bij hen opmerken maar beleid of orde niel. x\ls een troep wilde paarden in de woestijnen van Zuid-Amerika zoo onstuimig, maar ook zoo verward, storten de Russen zich op den vijand, dringen in weinige uren tot Dergen door, maar hebben dan ook alle strijdbaarheid verloren, zijn ver ward dooreengemengdluisteren niet naar hunne bevelheb bers, en worden dan nu ook spoedig en geheel geslagen. Waren de bataillons van Hermann in orde gebleven, dan hadden zij bij Dergen den strijd wel zoo lang kunnen vol houden totdat andere gedeelten van York's leger zich bij hen konden aansluiten; nu worden zij, vóór dien tijd, ge slagen en verdwijnen van het slagveld met evenveel spoed als zij eerst vooruitgerukt waren.1 Ziedaar, bij York's leger, waarin de oorzaken zijner ne derlaag bestonden hij viel eene te sterke stelling aanhij wendde zijne troepen, bij dien aanval, slecht aan; een ge deelte van zijn leger werd, door overijling en ordeloosheid, geslagen. Voor het overige is er op de handelingen van York's onderbevelhebbers niets aan te merken; integendeel, door Dundas en door Pulteney werd met bekwaamheid en met opmerkelijke geestkracht te werk gegaan. Manners beweert men deed verkeerd, met zich links af te wen den naar Schoorl en Sclioorldamin slede van, zooals hem voorgeschreven wasnaar Bergen voort te rukken en daar Hermann te ondersteunen aan Manner» antwoorden wij daarop is omtrent die afwijking van de ©ntvangene voor schriften niets te verwijten; die afwijking was, van zijne zijde niet vrijwillig; hij werd daartoe gedwongen door de aanvallende beweging welke Dumonceau van den kant van Sclioorldam deed verrigten. Het voortrukken der grenadiers van Bruce en later, der bataillons van Verhorst en Trip, maakte het Manners onmogelijk om weder op Bergen te marcherenmaar dwong hem het gevecht aan te nemen tegen dien vijand die hem in de linkerflank aanviel. De afleiding die Dumonceau door deze aanvallende bewe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 164