122 geëigend het eene Bennincksche kanon prijkt thans in Wen nen het andere in Berlijn. 1) De vooruitgang bleef intusschen steeds een slakkengang gaan, totdat eindelijk twee, in den schijn nietige zaken •hare overwegenden invloed deden gevoelen namelijkhet aanbrengen van lapborsten waardoor bet geschut eene vaste stelling op de affuit kreeg, zonder dat het in het geven der rigting belemmerd werd en het vaststellen van een kalibermaat waardoor meer eenvormigheid ontstond en ver gelijkende proeven mogelijk werden. Ook de projectielen waren sedert lang verbeterd door bet invoeren van ijzeren kogels terwijlbij de korte vuurmonden de uitwerking ver hoogd werd door het aanwenden van bolle projectielen, in 1581 werd Steenwijk door Renneberg met gloeijende kogels beschoten vijf jaren nadat ze voor het eerst bij Dantzig gebruikt waren. Eindelijk werd het getrokken geschut met zijne ongeloofelijk juiste en vernielende werking geboren; hel eerste stelselmatige denkbeeld om den vuurmond van trekken te voorzien, is in het begin dezer eeuw, lang vóór het aanbrengen van de groeven met helling bij het geweer, van Reichenbach uitgegaan. Het duurde echter lang vóór dat eenige uitbreiding aan zijn denkbeeld gegeven werd; de oorlogen, die Europa bij den aanvang van deze eeuw teisterden deden Reichenbach en zijne uitvinding vergeten. Bijna eene halve eeuw later werden de trekken voor het geschut, zij bestonden toen reeds bij het geweer in de herinnering teruggeroepen; verschillende proeven leidden lot voldoende uitkomsten en sedert beeft elke natie haar eigen stelsel van gelrokken geschut; een ge schut dat den lande millioenen heeft gekost, en dat, als het warehunkerend naar het oogenblik uitziet om zich met dal van andere natiën te meten. We mogen hier met eeni- (1) Zie »de voormalige Nederlandsche Artillerie" van Sep.lig met platen, van T. A. F Delprat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 188