131 Iïet zwaard blijft steeds het geliefkoosde wapen voor het gevecht van man legen man en heeft van af de vroegste tijden tot de bewaping van den krijgsman behoord. De eerste zwaarden waren langezeisvormige messen van geel koper, die vervangen werden door de breede, kromme Aziatische cimeterre (Turksche sabel). ITet was met zulk eene sabel, dat Saladin een in de lucht geworpen sluijer doorsneed terwijl Richard Leeuwenhart met hel regte korte, tweesnij dend zwaard, waarmede de Romeinen hunne wereldverove ringen hadden gemaakteen stuk ijzer in tweeën kloof. Hel Romeinsche zwaard, of de Spaansche kling, uit Toledo afkomstig was langen tijd het nationale wapen van Cts- liliè', en terwijl bij de Oostersche volken de voorkeur gege ven werd aan de sterk gekromde klingen van uitmuntend Damasceensch staalzoo bleef bij de Weslersche volken in tegenstelling, steeds het regte, tweesnijdende zwaard in ge bruik Langzamerhand werden de zwaarden langer, en het is ons onbegrijpelijk hoe een kling van meer dan anderhalf el lengte en 10 pd. gewigt tot verdedigingswapen gekozen werdhet werd over den schouder uit de schede getrok ken en vereischte dikwijls beide handen om het te kunnen hanteeren. Daarna verviel men van het eene uiterste tot het andere, en de reusachtige wapens maakten plaats voor de kleine zwaarden en sterk gekromde sabels die meer op kinderspeelgoed dan op oorlogswapens geleken. Frankrijk voerde later de uitmuntendebreede pallas in waarmede zijne kavallerie nu ruim zestig jaren bewapend is de kuras siers van Milhaud droegen deze zwaarden bij Waterloo en gaven het bewijs dat zij te verkiezen zijn boven de kromme sabel waarmede de Engelsche kavallerie langen tijd bewapend was. De Fransche sabel werd met geringe wijzigingen in bijna alle landen voor de bereden wapens ingevoerd. De sabels van onze mineurs, sappeurs, en van de vesting-artillerie, moeten de dienst van een hakmes of bijl doen, en kunnen daarom naauwelijks den naam van zwaard verdienen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 197