5
naar de schepen trokken en reeds ten tien uur in den
voormiddag was de geheele schaar ingescheept; op de Lucia,
de Elisabeth en het Lloyd-stoomschip Jupiter vertoonde zich.
nu niels anders dan schitterende bajonetten en geweerloo-
pen terwijl hondorde witte zeilen en rookende stoomboot-
schoorstccnen op de reedc zigthaar waren.
De statige Jupiterop welken ik mij ingescheept had
kliefde reeds om elf uur de golven der trotsche Adriatische
zee, en bragt ons na eene zeer voorspoedige vaart om vier
uur op de reede van Malamocco. Hier werd het anker ge
worpen; want de kapitein verklaarde dat hij anders in den
duisteren avond naar Venetië moest sturen welks haven
zeer moeijelijk binnen te varen is. Wij braglen hier der
halve den nacht door, en in weerwil van de dekens en van
den Italiaanschen hemel hadden onze soldaten het zeer koud
want wij schreven toen den 10den Januarij. De opgaande
zon werd echter door ons met vrolijk gejuich begroeten
veel te langzaam voor ons ongeduld ging het naar de oude,
eerwaardige Dogeslad.
Bij onze aankomst aan de Riva di Chiavoni was deze op
schoone winterdagen zoo druk bezochte plaats met eene tal
rijke volksmenigte bedekt, die de in drie. dagen uil de noor
delijke hoofdstad aangekomen soldaten nieuwsgierig aan
staarde. De ontscheping had terstond plaats; om tien uur
hadden wij reeds in de beste houding, alsof wij zoo even ons
kwartier verlaten hadden, onzen weg tusschen de verwon
derde menigte door afgelegden spoedig daarna hadden wij
de kazerne betrokken. De tijding, dat wij vier en twintig
uren rust mogten genieten, werd met blijdschap begroet, en
nu ging het, met den vasten bodem onder de voeten, op
een loopen naar het St. Mareusplein naar de menigvuldige
kerkenpaleizenen wat Venetië verder voor bezienswaar
digs oplevertvoor diegenen namelijkdie voor het eerst
den klassieken bodem van de Dogeslad betraden.
Laat in den namiddag van den Hden begaven wij ons langs