6
den spoorweg weder met vliegende snelheid van Venetië
naar onze volgende bestemming.
Aankomst en verblijf in Milaan.
Het was bijna tién uurde nacht had over de velden van
Milaan haar zwarten sluijer uitgebreid, en eene heilige stilte
scheen boven de trotsche stad zelve te zweven toen wij te
Milaan aankwamen. In het gedeelte der stad, alwaar het
spoorwegstation gelegen was, had alles zich reeds in de ar
men van den verkwikkenden slaap geworpen. Slechts in het
midden der stad in de nabijheid van den staligeneer-
biedwekkenden dom vertoonde zich nog eenig leven; men
zag hier niet alleen op vele plaatsen heldere lichtstralen van
achter de gordijnen schemeren, maar men zag ook gedaan
ten, die zich in de vertrekken der huizen en paleizen heen
en weder bewogen, ja zelfs naar de vensters snelden om den
vrolijken intogt der Duitsche «barbaren" te aanschouwen of
liever om de welluidende toonen onzer voortreffelijke regi-
mentsmuzijk te genieten. Wij trokken de stad van het oosten
naar het westen dooren naderden aldus het Kasteelplein
van Milaanmen ontmoette ook hier slechts enkeleonver-
zelde gedaanten, die verschrikt naar huis snelden, in de
meening, dat er weder een regiment binnenrukte en dat
Milaan spoedig een geheel leger te huisvesten zou hebben;
terwijl het grootste gedeelte van ons regiment eigenlijk reeds
's middags was binnengerukt. De graaf Giulaï had zich met
een groot aantal der officieren, die te Milaan in garnizoen
lagen voor de poort der kazerne San Francesco die onze
soldaten moest herbergen, geplaatst, en bewonderde de hou
ding van een troep, die in naauwelijks vier dagen, voor
het grootste gedeelte onder eene gestrenge koude uit Wee-
nen naar Milaan was gekomen. Ons bataillon was in een
oogenblik onder dak gebragt in de ruime kazerne, aan welke
zich voor mij vele herinneringen aan de omwenteling van
'184.8 verbonden.