10 Wij hielden ons in den beginne zeer bedaard en applau disseerden slechts weinig. Ik zat schuin tegenover de loge van den graaf Litta en sloeg de onzinnige handelwijze van de daar aanwezige personen met aandacht gade. Het orkest en het koor gingen ten gevolge van het aanhoudend bravo- roepen terstond tot de herhaling van het koor overmaar nu begonnen ook wij ons de zaak aan te trekken 'terwijl de Milanezen uitgewoed en hunne krachten uitgeput hadden. Zij schenen ook na de verpligle uitvoering voldaan; maar wij waren het nij niet, en wilden voor ons ook eens eene herhaling hebben. De direktèur der muzijk en het op het tooneel staande koor namen echter den schijn aan alsof zij zich niet lot eene tweede herhaling gehouden achtten deze was ook tegen de regels van den schouwburg, die ons volstrekt niet bekend waren. Er werd nu met sabels, handen en voeten gewerkt, met krachtige stemmen uit alle toonen gekommandeerd om slechts aan den dag te leggendat de guerra ons ook welkom zou wezen. Het geraas duurde lang; daar men niet gezind scheen het oorlogzuchtige koor voor de derde maal te her- halen. Men kou nu op de gezigten der Milanezen lezen dat zij ons niet voor zoo strijdlustig aangezien hadden. Een der Milanesche lions met een sterk sprekend gelaatdie bo ven ons in de loge der adellijke jonge lieden zat, was ge durende het tumult van aandoening en vrees doodsbleek ge wordenwant hij zag, dat zijne gcheele partij zich met de demonstralie in een belagchelijk daglicht had gestelden de arme jongen geloofde niet anders dan dat wij ten laat ste nog van leêr zouden trekken; misschien deed hij er ook wel aandat hij zich spoedig uit den schouwburg verwij- wijderde. Eindelijk gaf men van de bevoegde zijde den orkestdirekteur het teeken tot eene derde herhalingen het koor werd zonder verdere stoornis voor de laatste maal ge zongen. De avond ging verder rustig voorbijalsof er niets voorgevallen ware.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 74