16 schermutselingen iusschen onze huzaren en eenige Sardini- sche afdeelingen ruiterijvan welke er verscheidene tusschen Jen TicAnoden Po en de Sesia waren achtergelaten, ten einde ons voortrukken gade te slaan. In deze gevechten deelden onze wakkere huzaren in den regel den vijandelij ken ruiters echt hongaarsche houwen uit totdat deze ook hunne toevlugt achter de rivieren zochten. Onze stoute ruiters hadden in den afgeloopen nacht juist een gevangene met een schoon paard opgebragt. Bij onzen marsch door Lomello was ik in de gelegenheid om den gevangenen vijandelijken ruiter van gisteren een knappen jongen, te zien; maar ik geraakte daarbij in de de nabijheid van den pastoor, die met een lang gezigt op de markt stond. Ik maakte dat ik terstond weder midden tusschen onze digt opeengedrongen manschappen kwamten einde niet in handen van den naar allen schijn diepbedroef- den man te vallendie mij waarschijnlijk herkend en zijn beklag zou gedaan hebben, dat eenige zijner vette ossen he den nacht gerequireerd waren. Wij marcheerden nu lang zaam maar steeds voorwaarts over Mede en Caslellaro de Giorgitotdat wij in Torre de Beretti aankwamen; en van nu af aan was voor ons het noodzakelijke, maar minder korts- wijlige gedeelte van den oorlog gekomende voorposten diensten, de marschen en kontramarschen namen thans een aanvang. Ons bataillon ontving vóór Torre de Beretti bevel om de voorposten te betrekken. Dit was in eene reeds pikdonkere nacht, en nog daarenboven in eene geheel onbekende, door sneden landstreek geen gemakkelijk werk. Onze vier eerste kompagniën hadden niet minder dan drie uren noodig om door beeken en moerassen wadende, hunne eerste posten aan de oevers van den Po tegenover Bozzole op te stellen. De beide overige kompagniën werden met het vaandel en den balaillonskommandant als soutien op een nat korenveld geplaatst; de dienst was hier minder vermoeijend, maar wij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 80