20 ronde maken, om mijne manschappen te toonen dat de officier zich evenmin ais de geringste soldaat in dienst ont zien mag. Even als aan alle dingen zoo kwam er ook aan onze veldwacht een einde, en nadat ik afgelost was, marcheerde ik met het bataillon den 5llen 's avonds naar de tweede li nie dat wil zeggen naar een bivak alwaar wij ons op ons gemak weder in orde konden brengen. Ons uiterlijk had inderdaad ten gevolge der onophoudelijke regens zooveel ge leden alsof wij reeds maanden lang te velde waren geweest. Zelfs kwam het zeer zeldzaam geval voor bij een troep die zich vóór den vijand bevindtdat onze manschappen de lading uit de geweren nemen en door eene nieuwe ver vangen moesten omdat het kruid in den loop tot pap was geworden. Magenta. liet was op een namiddag en bij helderen zonneschijn dat wij over de schipbrug trokken die onze bekwame pionniers over den Ticino hadden geslagen. Wij trokken door liefelijke beemden, welker aanschouwing ons zooveel te meer genoe gen deed daar de vijandelijke oever bijna kaal wasnaar Ozeroeen klein plaatsje ten zuiden van Abbialcgrasso. Na zoovele moeilevolle dagen hadden wij eindelijk eene veilige rustplaatsen konden de gegronde hoop voeden onze be hoeften bevredigd te zien. Maar dit alles was, zooals wij later vernamenhelaastot den hoogslen prijs gekocht want wij ontvingen de tijding, dat de divisie Martini van ons korps het laatst den vijandelijken bodem verlaten en de schipbrug over den Ticino achter zich afgebroken had. De hoop om den Ticino spoedig andermaal over te trekken was derhalve vervlogen. Het moest nog treuriger worden. Eene weide achter Ozero nam ons gastvrij op, en onze wel wat ver gedreven dankbaarheid voor deze gastvrijheid bestond hierindat zelfs sreen tak van de in overgrooten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 84