22 zond deze rijkdommen met de manschappendie ik mede- gebragt had, naar het bivak, doch bleef zelf wijsselijk ach ter ten einde mij weder eens te goed te doen en mij eens een goeden avond te bezorgen. Juist toen ik naar de herberg van het plaatsje vroeg, ont moette ik onzen regimentskommandantdie mij uitnoodigde hem derwaarts te vergezellen. Een talrijk gezelschap had zich reeds in de herberg verzameld en ik vreesde ach ter het net te zullen visschen maar de op winst bedachte waard had zich voldoende van allen mogelijken voorraad voor zienen stelde zijne gasten tevreden, zelfs diegenen, die zooals ikzich in eene enkele maal voor acht dagen tracht ten te verzadigen. Wij verlieten de gastvrije woning eerst tegen middernacht. Toen wij in het open veld waren gekomen en het gewoel, dat nog in het plaatsje heerschte achter den rug hadden beklaagde zich de hertog (1) bij mij, dat hij tot heden toe nog niet in de gelegenheid geweest was aan het hoofd van zijn regiment tegen den vijand op te treden. Wij dach ten beiden weinig, dat hij zich binnen minder dan vier en twintig uren in een bioedigen slag een schitterenden roem verworven maar helaas ook een derde gedeelte zijner wak kere soldalen verloren zou hebben. Er lag eene diepe heilige stille over het landschap uit gebreid die mij in eene ernstige stemming bragt. De drukte, die gewoonlijk in ons bivak heerschte was geheel verdwe nen en men hoorde slechts hier en daar de zware adem haling der slapenden of het laatst geknetter der uitdoo- vende wachtvuren want alles had zich na de aanhoudende vermoeijenissen in de armen van den verkwikkenden slaap geworpen. Hier lagen alle kameraden van het balaillonge lijk zij des daags vereenigd waren in eene diepe rust ver sterking zoekende voor den dag, welks avond naauwelijks (1) Het regiment ran den schrijver dezer schetsen heette König der Belgiex No. 37en werd gekommandeerd door WthREUthertog va,i\ Wurtymberg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 86