24
Terwijl wij langs den weg
van Abbiategrasso naar Robecco naar het slagveld oprukten
vermeenden wij tot ons leedwezen, dat de slag reeds geëin
digd was, daar wij nog slechts enkele schoten hoorden val-
len. Wij zouden er evenwel nog ruimschoots aan deelne
men en de strijd zou spoedig weder heviger dan ooit ont
branden. Toen wij Robecco naderden (wij rukten aan op den
linkervleugel van de stelling der onzendie zich bevond
achter een kanaal, de Naviglio grande, van Robecco langs de
dorpen Poule l ecchio di Magenta en Ponle nuovo di Magenta
in eene noordwestelijke rigting en nagenoeg evenwijdig met
den Ticino loopende) werd hel dorp Ponte Vecchio di Magenta
door een regiment Fransche grenadiers aangevallen, en be
stormde de divisie Reisciiach gelijktijdig het verderop, meer
noordwaarts aan de Naviglio gelegen dorp Ponte nuovo di
Magentadat onze troepen eenigen tijd te voren hadden
moeten ontruimen. Juist toen wij te Robecco ten vier uur
in den namiddag over de brug over de Naviglio trokken
kwam een kapitein van den generalen staf aan een generaal,
die zich hij deze brug ophield den gelukkigen uilslag van
de aanvallende beweging der divisie Reischach melden.
Deze blijde tijding stak ons een riem onder het harten
welgemoed naderden wij (1) het slagveld hoe langer hoe meer
langs den oostelijken oever van de Naviglio terwijl de drie
andere brigaden van ons korps langs den westelijken Na
viglio- oever op Ponle Vecchio di Magenta aanrukten, welk
dorp in weerwil van den hardnekkigen weerstand der onzen
door den vijand genomen was. Het bloedige drama in Ponte
nuovo di Magenta had intusschen ook eene voor den vijand
gunstige wending genomen en de divisie Reischach moest
in de rigting van Corbetla terugtrekken door Zouaven en
grenadiers der garde benevens de troepen van den generaal
inoy vervolgd. Zij trok echter slechts voet voor voet te-
(1) Do brigade van den schrijver was de brigade Ramming zij bestond uit bet
regiment Kiinig der BelgierNo. 27, en het bataillon jagers, No. 13.