26 gesneld. De 13,le kompagnie had niet slechts al hare officie ren maar ook hare beide serjant-majoors verloren. De kapi tein dier kompagnie was een der flinkste soldaten die er ooit geweest zijn en een in vroegere veldtogten verworven cereleeken versierde reeds zijne dappere borst die een vij andelijke kogel thans doorboord had. De eerste luitenant, de beste vriend van den gevallene, was hein in den dood gelijk in het leven getrouw gebleven, en lag thans met een schot door het hoofd aan zijne zijde. Ook ik was met dezen laatste zeer bevriend geweesthij was mijn landsman en zijn dood deed mij des te smartelij ker aandaar mij de treurige pligt werd opgelegd eenige dagen na den slag de zijnen van het treurig verlies, dat hen getroffen had te onderrigten. Maar hoe groot was de ver rassing, de vreugde van al zijne bloedverwanten en kame raden toen de voor dood gehoudene na eenige weken uit het vijandelijk land de blijde tijding zond dat hij zich te Marseille onder voldoende geneeskundige behandeling bevond, en op weg was te herstellen. Ilij had gedurende het volgend gedeelte van den slag geheel bewusteloos op het slagveld ge legen totdat de tegen den avond vallende regen hem zijn bewustzijn deed herkrijgen op het oogenblikdat vijandelijke soldaten over hel slagveld rondzwierven ten einde de zwaar gekwetsten naar de Fransche ambulancen te dragen. Een kogel was hem door de linkerwang gegaan, had hem de wangbeenderen verbrijzeld en hem het oor vaneengerelen en had daarna achter dit laatste het hoofd weder verlaten. Gedurende het volgend gedeelte van den slag had het toe val mij in zijne nabijheid gebragt. Ik had zijne hand gegre pen, hem geschud, hem herhaaldelijk bij zijn naam geroe pen en toen ik mij overtuigd hielddat het leven uit het bloedig ligchaam was geweken mij met tranen in de oogen van het gewaande lijk verwijderd. Thans echter staat de brave mandoor de bekomen wonde meer verfraaid dan misvormd weder gezond en friseh in de gelederen van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 90