30 Sief en leed eerlijk met hunne kameraden te deelen dan als eene welkomene versterking want een troepje van drie hon derd man op zijn hoogst kon niet als zoodanig gelden. Voordat ik ons wedervaren in Magenta beschrijf, zal ik in korte trekken den loop van den strijd op dil punt vóór onze komst schetsen. Ten vier uur in den namiddag was hier onwillekeurig eene pauze in het gevecht ontslaanheide partijen waren door hel aanhoudend bloedvergieten uitgeput en wachtten op versterkingendie zich dan ook aan de zijde der Franschen niet lieten wachten want de generaal Lespinasse kwam over het noordwaarts van Magenta gelegen Marcallo aangerukt, en ten half zes uur drong de generaal Mac Mahon met zijne massa s in de rigting van Magenta door. Reeds nu liep Magenta groot gevaar van door den vijand genomen te worden; doch op dil oogenblik verscheen de hertog Wilhelm van Wurtemberg aan het hoofd van het tweede bataillon en het balaillon grenadiers van ons regi ment, en had hel geluk den vijand na een hardnekkig en bloedig gevecht van de wegen die van de bruggen over de Naviglio naar Magenta voerenen van den spoorwegdam te verdrijven. De stoutmoedig voorwaarts gerukte afdeeling nam hierop eene stelling, welke met den linkervleugel aan den spoorwegdam leunende Magenta van de noordwestzijde be schutte en de zich daarin bevindende troepen den tijd gaf, zich te verzamelen en te ordenen, ten einde later de pogin gen van ons regiment te kunnen ondersteunen. In deze stelling sloeg zij verscheidene vijandelijke aanval len af, doch ten laatste zag zij zich genoodzaakt op Magenta terug te trekken; want de vijandelijke massa's groeiden steeds aande kogelregen in het front en de flanken van dit heldentroepje werd steeds digter en van alle kanten na derden de Fransche stormkolonnen. De overste nam in deze gevaarvolle omstandigheid het besluit zelf aanvallcnderwijze tegen den vijand te werk te gaan, en aldus het grootere gevaar, waarmede men bedreigd werd, als de aanval des

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 94