ingangen dier plaats benevens het stationsgebouw en cene
landhoeve. Het zag er op het stationsgebouw treurig uit.
Van onze soldaten die op Magenta teruggetrokken wa
renwas slechts een jong maar dapper luitenant met een
klein troepje in het stationsgebouw achtergebleven toen
hij zag dat onze overste naast den kommandant der bezet
ting bleef staan. Deze bezetting had bevel ontvangen om
terug te trekken zij vertrekt in weerwil der krachtige toe
spraak van onzen overste en keert niet terug; zij laat ook
bovendien de vuurmonden staan welker bespanningen ont
breken. Onmiddellijk daarop dringt de vijand binnen wien
de verovering dezer stukken toelacht.
Maar onze jonge luitenant biedt hem met zijne weinige
soldaten hardnekkig weerstand. Iïoe gering in getal deze
dapperen ook zijn zij worden met geestdrift vervuld door
het voorbeeld van hun overstedie in hun midden strijdt
met eene pistool in de handmet welke hijnadat hij
haar afgeschoten heeft, dapper op de hoofden der bin
nendringende Zouaven te werk gaat. Gedurende deze wor-
steling komen de bespanningen der in gevaar verkeerende
stukken aangerendleggen ze op en rijden er in vollen
ren mede weg, niet zonder eenige der heldhaftige strijders
in een gevaar van anderen aard te brengen.
De dappere luitenant werd onder anderen ook omverge
worpen maar gelukkig terstond door den hertog ter zijde
getrokken op hel oogenblik dat het hoofd van den dappe
ren jongeling op bet punt was onder een der affuitraderen
te geraken. De arme jongen had echter eenige kneuzingen
en hoefslagen bekomen, die hem, helaas, builen gevecht stel
den, en hem de krijgsgevangenschap berokkenden.
Na het verlies van het voor ons zoo gewigtig stationsgebouw
nam de overste de leiding van den strijd op dit punt op
zich, en terwijl hij met het overschot van zijne sterk ver
minderde bataillons benevens eenige andere overblijfselen
van troepen de verdediging van Magenta overnam konden