u door ons bezette huis had de dood zijne offers geëischten lagen talrijke doodcn en gewonden op den grond uitge strekt; terwijl in het inwendige van het huis ook reeds uit menige wonde het bloed vloeide. Kreten van woede, jam- mergeschreeuwstenen en klagen, het gereutel der sterven den het gekerm der gewonden vervullen de lucht. Magenta wordt intusschen door de vijandelijke artillerie met allerlei projektielen beworpen. De kogels snorren door de stratennadat zij van de muren van gehouwen steen der huizen die zij niet beschadigen kunnen zijn afgestuit. Eenige vijandelijke afdeelingen zijn te gelijker tijd ook aan den zuidelijken ingang binnengedrongen en bedreigen ons met het gevaar van krijgsgevangen te worden. De vijand moet wel is waar huis voor huis veroveren voordat hij tot ons kan doordringen maar hij behoeft niet veel weg meer af te leggen, en reeds bereiken ons zijne kogels van die zijde ook ons hoekhuis wordt thans ook het doel der vijan delijke stukken, die zich in het stationsgebouw bevinden. In dit gevaarvolle oogenblik het begon reeds duister te worden gaf de overste bevel tot den terugtogtwant onze laatste hoop, dat wij ondersteund zouden worden, was thans in rook vervlogen. Onze wakkere soldalen namen hierop, in weerwil van het gevaar, slechts met tegenzin den terugtogt aan, en wij officieren hadden de grootste moeite om hun te beduiden dat het noodzakelijk was Magenta te ontruimen. Het mogt ons gelukken ons een weg te banenen de straat te bereiken die naar Ponte Vecchio di Magenta leidt en nadat onze brigade uren lang bijna alleen de slaglinie tusschen den oostelijken J\aviglio-oever en Magenta had uit gemaakt, vereenigden zich hare overblijfselen thans voor waarts van Robeccoop het grootste gedeelte van ons ba- taillon en het bataiilon jagers na. Onder de onlbreken- rlen bevond zich ook bijna mijne geheele kompagnie, die na het einde van onze allereerste deelneming aan den slag zich zooals reeds vermeld is, naar de Naviglio gewend had, ten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1862 | | pagina 98