3S
einde het ló'1" balaillon jagers, dat het oostelijke deel van
het dorpje Ponte Veccliio di Magenta verdedigde te onder
steunen. Men hoorde van ons standpunt nog het geraas
van den strijd en ik haastte mij thans mij zoo spoedig mo
gelijk bij mijne getrouwe manschappen te voegen.
Het was negen uur 's avondstoen ik bij Casa Limido
den slrijdlustigen hoop vond; zestig jagers en honderd en
twintig man van ons regiment stonden hier ongeveer 800
pas van Ponte Veccliio di Magentahoewel de geheele Fran-
sehe divisie Vinoy bij de laatste huizen van voornoemd dorp
stelling had genomen. Wij stonden in stilte te wachten; want
hel slaggewoel had overal opgehoudenen met den nacht
schenen stilte en rust van den hemel op de aarde te zijn
nedergedaald. Plotseling hoorden wij een vreesselijk geraas,
eenc met regt oorverscheurende muzijk; de trommels en de
signaalhorcns van den vijand schenen zich tot een koncert
vereenigd te hebben, en eene vijandelijke afdeeling wierp
zich vóór ons in de Casa Limido. Zij bestond uit eenige
kompagniën van het 4lste Fransche regimentdie eenige
onzer gewonden, ten getale van zestien, in dit huis von
den en gevangen namen.
Nadat het huis bezet wasonderhield de vijand vandaar
een aanhoudend vuuren in Robecco hield men ons reeds
voor verloren. Maar alle schoten misten hun doel in de
duisternisdewijl wij ons niet ver van het den dood aan
brengend huis plat op den grond nedergelegd hadden.
Ik kroop naar onzen kommandanl om onze verdere hande
lingen met hem te bespreken, en hem te herinneren, dat
het tijd was om terug te keerendaar eene kleine vijande
lijke afdeeling, die den weg langs het kanaal volgde, ons
gemakkelijk kon afsnijden en onze daden bovendien niets
tot het algemeen nut konden toebrengen. Maar de wakkere
kapitein bezat een onbedwingbaren strijdlusthet verdroot
hemdat het vlak vóór ons gelegen buis zich in handen
des vijands bevond, en bet moest nog genomen worden.