u Mevrouw df. Brisembourg lag te bedovermeesterd door den schrik, dien het vreeselijke nieuws haar gegeven had, dat haar schoonbroeder met zijn beide kinderen vermoord waren. Men kan zich moeijelijk een denkbeeld maken van haar vreugde en verwondering, toen zij haar jongsten neef levend en wel naast haar ledikant zag staan. Zij beval terstond hem geschikte kleederen te geven en zijn hed moest in haar eigen kleedkamer gespreid worden. Jacques vergat zijn vriend, den knecht van de kaatsbaan niet, in zijn vreugd een schuilplaats te hebben gevonden. Hij vroeg dertig kroonen aan zijn tanteen zond ze met de oude kleederen aan zijn redder, die bij de poort stond te wachten. Jacques genoot twee dagen rust en zekerheid in de kleed kamer van zijn tante. Bij het einde daarvan werd den maarschalk de Biron het hoofd der Artillerie, aangezegd, dat de koning ontdekt had dat enkele Hugenooten in het Arsenaal een schuilplaats hadden gevonden en dat Zijne Majesteit besloten had, hen dadelijk te laten opsporen. Dit slechte nieuws deelde de maarschalk aan Mevrouw de Bri- sembourg mede, die onmiddellijk gevoelde dat haar neef onder haar eigen dak niet langer veilig was. Zij maakte dus den volgenden morgen, dat hij als page, in dienst van den maarschalk de Biron gekleed was, en plaatste hem onder veel tranen, onder bescherming van den Sieur de Born, een luitenant-generaal bij de Artillerie, in wiens regtschapenheid en menschelijk gevoel zij volmaakt vertrouwen stelde. De Sieur de Born nam Jacques mede uit het Arsenaal en bragt hem naar een huis in de nabijheid toebehoorende aan een persoon die bij het departement van de Artillerie behoorde en Guillon heette, jWees zoo goed," zeide de Sieur de Born «om dezen jongen voor een paar dagen huisvesting te verleenen. Hij is de zoon van een ouden vriend

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 104