so
Bladzijden, die ieder regtgeaard mensch met weemoed,
medelijden, en afkeer leest, en daarbij dikwijls zich zeiven
afvraagt, is het mogelijk dat er zulke menschen beslaan
hebben dat de feilen daar geboektwaarheid behelzen
En dan, dan verwijlt bij met dubbele aandacht, met innig
genoegen bij die bladzijden waarop daden van zelfopoffering
en trouw, van liefde en grootheid van ziel te lezen zijn!
De bladzijde uit de geschiedenis, die wij hier den lezers
van dit Jaarboekje willen mededeelenis genomen uit de
engelsche geschiedenis en wel uit de engelsch-indische.
Zij bevat namen en feiten die ook thans nog in Engeland
treurige vreeselijkc herinneringen opwekken.
Een naam, gelijk die van een man als Clive, beurtelings
te zeer bewonderd, en te zeer verguisd. Noch het een,
noch liet ander beeft bij in die hooge mate verdiend.
Niemand zal evenwel ontkennen dal Robert Clive een uit
stekend man was, die, door eigen vlijt, werkzaamheid en
volharding en na bet te bovenkomen van buitengewone
hinderpalen, van eenvoudig kantoorklerk, lot de hoogste
waardigheden opklomeen manaan wien Engeland zijne
vestiging en veroveringen in Indië grootendeels verschuldigd
was; ook al ijzen wij bij de vele misslagen, bij de vele
daden van wreedheid en trouweloosheid door hem of in zijn
naam verrigt.
Aan dezen naam hecht zichverschrikkelijker gedach
tenis, die van Surajau-Dowlah en het was onder dezen
Nawab dat de gebeurtenis voorvieldie ik den lezer wilde
verbalen.
Eer ik tot mijn eigenlijk verhaal overgazal ik cene
kleine geschiedkundige uitwijding vooraf doen gaan, die ik
hoop niet onwelkom wezen zal.
De grootc handelstaten van Europa hadden sedert lang
eenige factorijen bezeten in Bengalen. De Franschen hadden
zich gevestigd te Chandernagore aan de I/oogly. Iloqger op
bezaten de Nederlanders Chinsura.