51
Meer nabij de zee hadden de Engelschen het fort Wil
liam (1) gebouwd, welke vestiging door Clive later meer
versterkt werd na zijne overwinning op Surajah hij Plassey.
In den beginne bevonden er zieli slechts eene kerk en
eenige magazijnen. Eene uitgestrekte rij huizen, toebehoo-
rende aan de hoofd-agenlen der Oost-Indische Kompagnie,
was gebouwd aan de oevers der rivier, en in de nabuur
schap ontstond eene groote en bedrijvige stad, waar eenige
rijke Ilindoesche kooplieden hunne verblijfplaats gevestigd
hadden. Jïen digt bosch trof men in de streek aan, waar zieh
thans de citadel bevindt, en de schoonste equipages van
Calcutta bel oog verlustigen.
De groolc provincie Bengalen met Orissa en Baharwa
ren lang bestuurd geworden door een onderkoning, dien
de Engelschen Ai.iverdv-K.han noemden en die even als de
andere onderkoningen langzamerhand van den Mogol onaf
hankelijk geworden was.
Aliverdy-Khan stierf in 1756, en liet bet bestuur in han
den van zijn kleinzoon een jongeling omtrent 20 jaren oud
die den naam droeg van Surajah-Dowlaii.
Ooslersche despoten zijn misschien de meest bedorven
wezens, en deze ongelukkige jongman was een der slechtste
van zijn geslacht.
Zijn verstand was zwak, en zijn inborst was verre van
beminnelijk. Zijne opvoeding was geheel verwaarloosd, en
van dien aard, dat zij zelfs een krachtigen geest zou ont
zenuwd, en eene grootmoedige ziel zou bedorven hebben.
Hij was bovendien onhandelbaar en baatzuchtig omdat men
hem nooit geleerd had afhankelijk te zijn van de welwillend
heid van anderen»
Vroege losbandigheid hadden ligchaam en ziel verzwakt.
Hij maakte ook buitensporig misbruik van sterke dranken
die zijne zwakke hersenen bijna tot waanzinnigheid aan
stookten.
(J) Dit fort bestaat nog:.