59 Aan den havenkant, zoowel als in het fort, werd nu alles leven en bewegingdraaibassen en dubbelhaken werden op bamboes-affuiten naar de wallen gerold Mooren Mulatten Europeanen en Afrikanen verzamelden zich in de gelederen. Toen echter Hollwele den troep overzag, trok een don kere wolk over zijn voorhoofdwant het aantal strijders bedroeg naauwelijks 400 man; ook waren de wapensoorten, bestaande uit knodsenspiesen en korte steekmessen, zoo verchillend, dat men daarvan naauwelijks een geregelden aanval, niet eens eene werkzame verdediging kon verwachten. De overste Clive had daarenboven de getrouwste en meest verkleefde der arabische en indische soldaten van het fort tot den zeestrijd medegenomen, en het grootste gedeelte der achtergeblevenen bestond uit trouwelooze Goaners en Calcut- tanersvan wie men slechts kon verwachten, dat zij bij de eerste gelegenheid de beste hel hatelijke juk der Euro peanen en in hel bijzonder dal der Engelsch-Oostindische Korn- pagnie, zouden afwerpen. In een hoek van den w al verwijderd van de overigen zwijgend en met twijfelende gezigten, stond een troep rood en wit getatoueerdedoor de zon verbrande, met paarlen en gekleurde zijden stoffen overladen, Makassciren. Even als het bosje menschenhaar aan hun tweesnijdend zwaard, den vreeselijken kris, waarmede zij den schedel-van hunne vijanden zoo goed wisten te kloven in de lucht onzeker heen en weder golfde, even zoo bewogen zich hunne zielen bestendig heen en weder, en waren zij besluiteloos, naar mate de opium der Afghanen of de betel der Indianen of wel de ale en grog der eilandbewoners van Europa op hun geest werkten. Luitenant IIollwell wist maar al te goed dat hij van dezen bonten troep alles of niets kon verwachten. Hij trad daarom naar hen toe. »lk ken u zeide hij koelbloedig en op echten zee mans loon. Ik ken u; gij zijl leeuwen of slangen, hoe ook

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 119