66
Op de aangeduide plaats konde hij het echter niet meer
volhouden; hij ruimde ze daarom voor den over hem slaan-
den scheepsvaandrig Clinton in die haar met dank aannam
echter spoedig daarvan verdrongen werd zich nederlegde en
stierf.
Om S uur 's morgens lag Hollwell op een hoop dooden
Arabella in zijne armen, in het binnenste van hel hol.
Met barhaarsche koelbloedigheid liet de Nawabdie zich
ieder uur omtrent deze gruwelen had laten onderrigten
thans vragen of Hollwell nog leefde.
Men antwoordde bevestigend en merkte tevens aan, dat hij
wanneer men dadelijk opendeed, nog gered kon worden.
Het bevel kwam om te openen maar er verliep een half
uur, eer men daartoe in staat was, en men de lijken die
de deur versperden had opgeruimd.
Des morgens omstreeks 7 uur kropen eindelijk de over
geblevenen van de 14i6 gekerkerden niet meer dan drie
en twintig, er uit, terwijl de walm der verpeste lucht als een
digte rookwolk uil het hol naar buiten sloeg.
Onder een hoogen plataanboom lag Surajah-Dowlaii op
een tijgervel uitgestrekt, terwijl zijn gevolg rondom hem stond
en een Aelhiopier den zonnescherm hoven zijn hoofd hield;
hij lachte met barbaarschen smaad bij het gezigt der ongeluk
kige slagtoffers zijner wraakzucht.
»Wel edele Britten!" sprak hij honend, gij zijt
wakker gesmolten even als de goudstaven in de vuurovens
van Golconda." Plotseling hield hij echter stil, want een
gloeijende blik van Hollwell trof hem, welke, naauwelijks
vóór den Nawab gekomen een ring van den vinger trok en
deze den wreedaard in het aangezigt smeet.
Trouwelooze rooverriep de luitenant, met onverbetene
woede, »neem uwen smaragd terug, dien gij mij, den red
der uws levens, met gehuichelde dankbaarheid als een teeken
gaf, dat ik niet door uwe hand zou vallen. Gij hebt
slecht woord gehouden