67 «Mijne hand had u niet gedoodals gij in de grot van dorst omgekomen waart," antwoordde de Nawab helseh lag- chende, »ik heb daarom mijn woord gehouden, maar waar is Arabella?" Een straal van het gloeijendste gevoel van wraak flikkerde in Hollwell's oogen »alzoo wist gij niet dat Arabella «Spreek,' riep de Nawab, waar is het meisje? Uwe vrijheid of uw dood onder ontzettende martelingen hangt aan uwe lippen J" Zoek haar daarboven; zij heeft volstreden snikte de luitenant in eindelooze smart, terwijl hij onmagtig ter aarde zonk. De Nawab echter, die zijn blik begrepen had, ijlde on stuimig in hel hol; daar, de hand op haar trouw hart gedrukt, lag de ontslapene te midden van een hoop lijken, alleen en zacht uitgestrekt, als hadden de overige dooden zelfs in den laatstcn strijd, nog eerbied betoond voor het hel denmoedige meisje. Plotseling veranderde echter het tooneel; een verwijderd kanongebulder wekte IIollwell uit zijne verdooving, en als door een tooverslag keerde kracht en leven in hem en de overige 22 geredde Engelschen terug, toen achter de voor uitspringende rots van het fort de vlag van den admiraal Watson en de gestalte van den overste Clive op het dek van den groolen driemaster zich vertoonde. De Nawab had naauwelijks den tijd in een boot op zijn korvet te onlvlugten en met volle zeilen het ruime sop te kiezen, toen de overste Clive en admiraal Watson op dit tooneel van jammer, schrik en vertwijfeling verschenen. Welke pen kan echter hel tooneel beschrijventoen de ongelukkige vader bij het lijk van zijne eenige, heldhaftige dochter op den grond nederknieldeen met de cene hand hare gapende wond aan het hoofd met de andere hel gevest zijns zwaards aanraakte, en den vreeselijken menschenver- delger Surajah-Dowlah onverzoenlijke!) wraak zwoer!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 127