69 De Nawab werd, hoewel hij 20,000 man sterk was, door de veel zwakkere engelsche vloot geslagen en trachtte als weleer, in eene boot te ontsnappen. Doch eer hij den voet aan boord gezet had, had Jaffier Khan met eigen hand hem een dier vreeselijke bamhoesstrik- ken om den hals geworpen waarvan zich de aziatische strij ders zoowel in het gevecht met menschen als met den tijger met zulk een goed gevolg bedienden en de geweldige Surajah- Dowlaii werd ten spot zijner eigene slaven naar het land teruggesleeptom op dezelfde plaats, waar hij opzijn tijgervel uitgestrekt, zich vermaakt had in den doodsangst der 146 slagtoffers in het holzijn loon te ontvangen. Jaffier Khan liet door twee Mooren, met gloeijcnd gemaakte langen hem het vleesch van horst en lendenen afrukken en in de wonden zoowel als in de hartholte, gesmolten olie en lood gietenen toen de Nawab in de vreeselijkste woede van smart schuimbekte, liet hij hem aan een paal spiesen, waar de ongelukkige nog tot den ondergang der zon een schrik kelijk leven leefde en eindelijk onder de ijselijkste smarten den geest gaf. Zoo wreekte de Nemesis op Surajah den vreeselijken nacht in »het zwarte hol." Jaffier Khan kreeg van de Engelsch-Oostindisclie Kom- pagnie als opvolger van Surajah-Dowlah diens gansche ge bied van Bengalen. De namen van Arabella en IIollwell leven naast de glans rijke namen van een Clive en Watson in de Engelsch Oost- indische geschiedenis voort, en nog altijd siddert de britsche kolonist als hij nhet zwarte holhoort vermelden. C. van Maanen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 129