71 blik wat warmte en leven aan het landschap maar dat duurde slechts kort, en dan werd alles weer graauw eentoonig en somber. De herfst was reeds lang bezig zijne verdorde bladeren te begraven, en de druppels die uil de hoornen neervielen waren net als tranen die bij deze droeve bezigheid pastende winter, die spoedig als despoot zou regeren blies nu reeds door de bladerlooze takken en da^ klonk als een gesteun van den stervenden herfst die op zijn beurt door den winter zou worden begraven. Even als het ontmoeten van een arm geworden rijkaard onwillekeurig de tijden in herinnering brengtwaarin hij zich in weelde en genot kon baden evenzoo doet het aan schouwen van de bladerlooze boomen en kale landouwen aan groene zomerpracht en warmen zonneschijn denken; ten minste zoo ging het mij toen ik onlangs builen "de Bosch- poort mijne ochtendwandeling maakte, en ik haalde me dien straatweg met de omliggende weiden en hel bouwland voor den geestin hunne helderste zomerkleuren en ik dacht aan de voetstappen, die daar gedurende een reeks van zomers door zoo vele jongelingen werden gezet ik dach't aan hen die nu ver sommigen zelfs onbereikbaar ver verwij derd warenvan de plaats waar zij hunne akademische op leiding ontvingen ik dacht aan de goede kameraden, met wie ik eenmaal hel kadettenpak droeg. Gedachten komen op als een welmen behoeft slechts een gat te boren en hel water komt opgeborreld eerst langzaam, dan hoe langs hoe sneller, tol er een plas komt, die overloopt. Ik verplaatste me in den schooltijd hoe ik van daar naar de akademie vertrok hoe 'k toen bedroefd was, dal ik hel huis en de lieve moederlijke zor gen zou missen, en hoe de politiemuts en pantalon met roode bies mij vertroostend tegenlachten hoe de kadet- tenjaren werden doorgebragthoe gelukkig het officier-wor den was, dat alles wemelde me door het hoofd, en daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 131