74
zoets bijeengeschreven slaat. Als het hart nog jong is eii
zich vol vertrouwen opent voor een ieder die daarin lezen
als het geheel belangeloos een vriendenhart zoekt
om het geluk, waarvan het jonge leven zoo menigmalen
overvloeitzamen te deelendan zijn de banden die ge
sloten worden, hechter en heiliger dan ooit; en waardeert
dat wel, gij jeugdige makkers want het duurt niet lang
of het jongelingshart wordt door teleurstelling op teleur
stelling voor ongekunstelde openhartigheid gestraftbet wordt
uitgelagchen om datgeen wat de menschen kinderachtig
ua'if heeten; spoedig zullen harde lessen u leerendat
gij uw vertrouwen te blind hebt weggeschonken en dan
oefent zich dal zelfde hart om zich te voegen naar 't geen
de voorzigtigheid en de wereld voorschrijven; het sluit
zich allengs meer en meer en dan eerst wordt gij ge
schikt genoemd om u te bewegen tusschen de nieuwe ken
nissen die ge zult ontmoeten, en men zal van u zeggen
dal gij gevormd zijt.
Daar stond ik bij de Galgenhoeve, aan den ingang van
het kamp; het zag er doodsch uit; -de kuilen links en
regts van den weg stonden vol water en hel ravelijn op
den achtergrond stak als een monument tegen de zandige
Setersche hoogten af. Links stond de lage houten hut,
weleer de stal waarvan deuren en vensters nu afgenomen
waren terwijl de kringvormige hoogten zich nog duidelijk
onderscheiden lietenwaarop de tenten jaar in jaar uit
worden opgeslagen. k Weet niet hoe het kwam maar ik
dacht aan een kerkhofZou ik zoo maar binnenloopen?
jNog eenige honderd passen en ik was in het midden van
de kleine heivlakte overal die eenvormige zandige
golvingen van de slecht begroeide heide zoo arm aan pun
ten waarop het door de eentoonigheid vermoeide oog kan
rusten maar zoo rijk aan herinneringen voor hemdie hier
