77 van alle kanten rondgebazuind werden gaven den infante risten en artilleristen beide door liefde tot bun wapen ge dreven menigen keer aanleiding tol heftige redeneringen; de getrokken kanons die een uur ver zouden schieten waren toen nog niet bekend «Praat maar op," herhaalde dezelfde stem die aan den dikwangigen Dcelo, bijgenaamd Pap, toehoorde, »de artille rie is toch op de flesch op 800 pas blijft geen man van de bediening gespaard; elk schot, pang, een eendvogel."' Hij was onder deze woorden de tent uitge stapt. met zijn kampstok manoeuvrerende of hij een geweer in de handen had en daarmede op Crelcn aanleggende toen hij spang" riep. «Zoo Pap, zoo. zoo; hoeveel krijg je wel van Minié voor het claqueren antwoordde Crelen, »en dat wou 'k je maar zeggen, dat je op 800 pas, met zoo'n tirailleur-geweer, gerust op me mag schieten. «Oh dat is een andere kwestie daar heb je gelijk aan hernam Dcelo «want niemand heeft zulke oogen om je op dien afstand te zien." Dat was een angel voor Crelcn die voor niets ter wereld gevoeliger was dan voor smalen op zijn klein figuur op de akademie was geen kleiner kadel dan hij en zoo hij het had durven bekennendan zou hij gaarne zijn hoog nummer op de maandlijslen voor een lager nummer hebben willen inruilen, tegen eenige duimen groei. Hij bezat toen reeds de eigenschap van alle kleine rnenschen van driftig te wezen en in zijn drifteen ander nooit te vergeven van groot te zijn. Ook beweerde hij dat een degelijk knap man nooit een groot physiek had een lomp ligchaam een lompe ziel plagt hij te zeggen. En nu durfde Pap die leelijke Pap, hem zoo iets vertellen? «Omdat de lichtstralen huiverig zijn om langs die dikke wangen en Crelens wijsvinger was op Deelo's gezigl ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 137