78 ''igt«naar die half toegenepcn oogen te glijden, kan je niet goed zien, Pap, en als Pap iets niet kan, dan denkt hij dat niemand het kan. Is dat niet zoowat de basis van je oordeel?" Die was ad rem 't was waar Deelo was een weinig pedant; en nu had Crelen de lagchersdie een oogenblik te voren aan Deelo's zijde waren, op zijn hand; want in middels was het clubje aangegroeid een ieder had thans het zijne in 't midden te brengen het was nu een alge- meene kwestie geworden en hoewel de kadets elkanders illusion of valsche inbeeldingen over persoonlijke hoedanig heden gewoonlijk totaal afbreken zoo gaat dit toch hoogst zelden ten koste van de onderlinge harmonie en nooit blijft eenige wrok bestaan over harde waarhedendie met geen boos opzet gezegd zijn. Eenige oogenblikken later dan ook, waren de beide kam pioenen de beste vrienden van de wereld. «Bonjour Papje," zei Kriel, hem de hand toereikende. «Bonjour Krieltje," zei Pap, de aangeboden hand harte lijk schuddendeen elk ging zijn eigen weg. Bij het scheiden werd uit den troep nog een stem gehoord. »Pends-toi, brave Crillon on a vaincu sans loiwaarop Crelen zich hcldhalflig omdraaide en den onbekende thea traal toevoegde »Avant de m'avilir, Cielouvre-moi la tombe." En s middags werd gevuurdhet was voor de eerste maaldrie op elkander volgende harde slagen kondigden in den omtrek aan, dat de vuurmonden uitgevlamd waren, en men gereed was om het ravelijn te besloken. In de batterij daarlinks van de stallen was zij op geworpen Itëcrschte de diepste stilteer was een soort van spanning, alsof werkelijk het ravelijn door een vijand

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 138