90 Enz. Twee bladzijden lang. Dat was het vers op die eerste ontmoeting. Is er wel iets waanzinniger dan zulk een nietswaardig thema in alexandrijnen lebezingen? Maar geen van beiden dacht er aan den inhoud van die dicht regelen te analyseren de poësic lag in 't gevoel en we bemerkten niet eens dal de woorden die dat gevoel moes ten weergeven koud en gezocht waren en de idéen ver wrongen en aanmerkelijk gewijzigd naar de rijmwoorden. La kalere heeft me later verteld, hoe hij deze rijmelaarij maakte. Eerst werd neergeschreven «Marie, herinnert g' u dien schoonen avond," en vervol gens een woord gezocht dat op avond l ijmdehij bezat geen rijmwoordenboek, en daarom was het bijzonder moei- jelijkna veel inspanning werd gevonden dravend en ge havend maar deze werden als plat prozaïsch afgekeurd. Toen hel vers af was, vond hij nog reken hoe spijtig lavend en dat had hij net zoo goed kunnen gebruiken maar nu was het te Iaat! Daarop werd het woordje »nog" achter avond gevoegd. Er stond nu Marie herinnert g'U dien schoonen avond nog? Op «nog" een rijmwoord gezocht: dog, toch, log, trog, zog.... Allemaal afgekeurd, en »nog" vervangen door «wel." Marie, herinnert g'U dien schoonen avond wel? Op wel rijmden vel hel snel gezwel deksel dit werd eerst later ontdekt geen rijmwoord te zijn gezel vaarwel, hevel, gekwelSlof genoeg, maar ook hier mede niet geslaagd ioen werd «wel" veranderd in «niet." Marie, herinnert g'U dien schoonen avond niet? Dat lukte heler niet biedtliet ziel Pietver driet, giet, quite enzdaar was eerst ecne ruime keuze en dal besliste ook over de aanname van het eindwoord.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 150