91
Diezelfde Marie is menigmalen het onbewuste slagtoffer
van la Falères poëtische ontboezemingen geweest.
Het was de tweede en ook de laatste keer, dat ik haar
zagvervolgde hij na eene kleine pauze «een jaar later
was zij geëngageerd met een jong advokaat; en een paar
maanden geleden schreef mijn zuster me bij wijze van post-
criplum Marie van Bevelaer is gisteren getrouwd met
Van Der Haaien; wij zijn in de kerk geweest,zeer pleg-
tig ze was keurig gekleed."
Zoo kan men zich een toekomst droomen
Vol liefde, wellust, zaligheid:
Maar éénmaal zal 't ontwaken komen
In 'i boozc rijk der werklijkheid.
En t is dan of die idealen
Die beelden eens aan geluk zoo rijk
Als uit een hemel nederdalen
En zich verbergen in bet slijk.
Dit was de moraal van het gedicht't welk bij het ver
nemen van dat huwelijk zijn pen ontvloeide.
«Dwaas, schreef hij me onlangs «dwaas kunnen de zaken
«loopen: ik kom druk bij de Van Der Haalens aan huis,
»en heb de vroegere Marie van Bevelaer, als moeder van
«acht kinderen weergevonden. Was dat hetzelfde meisje,
«waarop ik me vroeger verbeeldde verliefd te zij".? Ik
heb haar die gansche jongenshistorie verteld, en de verzen
«haar en mijner stille liefde ter eere gemaakt, gereciteerd;
»Van Der Haaien, Marie en ik, we hebben ons ziek ge-
«lagchcn. «Maar Arnold," zei ze, »hoe bespottelijk toch,
ik kon baast je moeder zijn," en op hare kinderen wij
zende die binnengekomen waren om goeden nacht te wor
den gekust, voegde zij er lagchende bij: «Kijk eens wat je
toekomst zou geweest zijn."
Die verzenmanie heelt me sedert lang begeven en als