EEN BEZOEK IN I1ET FRANSCHE KAMI' TE BKYRETH.
FEBRUARIJ 1861.
De Fransche bevelvoerende luitenant-generaalmarkies
Beaufort d'IIautpoul had ons vriendelijk uitgenoodigd, den
dag te kiezenwanneer wij het kamp aan de pijnhoomen
We camp aux pins," wilden zien; alwaar de Franschen sedert
hunne aankomst, in Augustus hunne reserve gelegerd had
denterwijl zij sterke detachementen in- en aan gene zijde
van den Libanon vooruitgeschoven hadden. De generaal
was zoo beleefd daar tevens eene uilnoodiging tot het ont
bijt bij te voegen en hij zou een zijner adjudanten mede
geven opdat wij alles behoorlijk zouden kunnen zien.
Den 9en Februarij maakte ik van deze vergunning gebruik
ik was regt dankbaar dat het mij thans toch vergund zou
zijn het kamp te zien waarnaar ik zoo lang gewenscht
haddoch hetgeen mij door voortdurende stormen en slecht
weder, tot heden helet was geworden. Juist om 10 uur,
op welken tijd de generaal ontbeet, steeg ik van mijn goed
klein paard, vóór zijne woning af, welke op den weg van
Damascus lag.
Een nChusseur a picd" stond, met de bajonet op het ge
weer, op post; in het schilderhuis lag de grootebruin en
wit gestreepte Arabische mantel die de schildwachten bij
slecht weder over hun kapot aantrekken; het is eene warme,
wijde kleeding, die tot aan de voeten afhangt, en zeer goed
gegen den regen beschut.
Ik werd zeer vriendelijk door den generaal ontvangen