109 beschermd werd. Het kamp der kavallerie namelijk was een open veld, op hetwelk eene overdekte beschutting stond, in welker modder zich de gemetselde kribben bevonden aan iedere zijde stonden de paarden van een geheel csca- dron digt opeen en met de hoofden tegenover elkander. üie der Spahis waren met een halster aan een sterk touw bevestigddat digt langs de krib liepen hier en daar aan deze gespijkerd was. De paarden waren zonder dek en ook niet beschermd tegen wind en regen, omdat de beschutting geene zijwanden had. Zij zijn zeer gehard en op mijne vraag of men de paarden na het rijden ook niet toedekte, werd mij neen geantwoord; dit wordt nooit ge daan. Het ralion bedraagt omtrent 2 maten gerst eene geringe hoeveelheid hooi dat geperst uit Frankrijk komt, en S pond slroo. De paarden worden weinig gepoetst, hetgeen hen te gevoelig voor het weder zou maken hel waren slechts kleine dieren en bijna alle schimmels hij de Spahis zijn ze hun eigendom; zij zijn sterk gespierd en hebben goede ruggen. Die der huzaren kwamen mij zwakker en mager voorook zag ik eenige zeer gedruktezij waren uit Afrikade meeslen hadden reeds den Italiaanschen veldtogt mede gemaakt, vele ook den Krim-veldtogl waarin de Afrikaansche paarden, zoo als men weet zich zeer goed ge houden hebben. Gemiddeld waren zij niet hooger dan 4d/2 voet. De plaats waar zij stonden, was gepleisterd; daarachter liep eene goot van 1 voet diep, waarover van IS tot IS passen planken lagen. De Spahis zien er zeer schilderachtig uit met hunne witte kleeding, en witte hoofddoeken, om welke een zwart en witte band of strik gebonden isdaarover dragen zij een rooden mantel het zijn alleen Afrikanen die gedu rende twee jaren opkomen en zeer goed betaald worden. De meesten zijn getrouwd. Van daar gingen wij naar de artillerie, wier paarden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1863 | | pagina 169